Binnen de fokkerij wordt er door fokkers en stamboek een fokdoel nagestreefd om de best presenterende paarden te fokken. Dit fokdoel is duidelijk omschreven en heeft als voordeel dat er een duidelijke lijn is uitgezet in de te volgen selectie strategieën. Maar het heeft ook een keerzijde, zeker als de populatie klein is, of als er weinig ‘vers’ bloed wordt geïntroduceerd. Paarden gaan door deze vastberaden selectie meer op elkaar lijken qua DNA-structuur. Ook is de kans groot dat er veel paarden van dezelfde families of lijntjes geselecteerd worden om de volgende generatie te produceren. Paarden worden zo op den duur allemaal in meer of mindere mate van familie van elkaar. Met andere woorden: de populatie wordt steeds meer en meer ingeteeld. Dit kan ernstige nadelige gevolgen hebben en uit zich vaak in verminderde vitaliteit, gezondheid, duurzaamheid, maar ook vruchtbaarheid. Ook is er een vele grotere kans dat er erfelijke gebreken aan het licht komen, omdat familieleden intensief met elkaar worden gekruist. Het tij zal dan moeilijk te keren zijn.
Het KWPN wil gebalanceerde keuzes maken en deze inteelttoename nauwkeurig monitoren om zo mogelijke problemen voor te zijn. Belangrijk is dus om fokkers handvaten aan te bieden met betrekking tot inteelt en verwantschap om zo een weloverwogen beslissing te kunnen maken om een hengst of merries voor de fokkerij in te zetten en op een juiste manier met elkaar aan te paren. De inteelttool die een aantal jaren geleden geïntroduceerd is, is hier een voorbeeld van. Maar nu is ook het verwantschapspercentage van het paard toegevoegd aan de KWPN Database.
Het verwantschapspercentage van een paard geeft aan in welke mate het paard familie is van de populatie binnen de betreffende fokrichting. Oftewel hoe uniek is de bloedvoering van het paard? Is dit percentage laag, dan zal deze bloedvoering nog bijna niet voorkomen en dit maakt dit paard tot een zeer interessant ouderdier, zeker als het paard ook nog in hoge mate voldoet aan onze selectiekenmerken, zoals een functioneel exterieur of goede sportaanleg.
Het verwantschapspercentage is variabel tegenover de veranderingen die plaatsvinden in de fokrichting en wordt dan ook jaarlijks opnieuw berekend. Een hengst met een zeldzame bloedvoering kan bijvoorbeeld heel populair worden en uiteindelijk zijn er ook van hem dan veel familieleden in de fokrichting aanwezig, waardoor zijn verwantschap stijgt. Aan het einde van ieder jaar worden de verwantschappen weer opnieuw doorgerekend.
Voor fokkers van dressuur-, Gelderse en tuigpaarden, is het verwantschapspercentage van hun paard ten opzichte van hun actuele fokrichting inzichtelijk gemaakt in de KWPN Database op de pagina met algemene informatie (zie afbeelding). Ook is hier meteen inzichtelijk in welke categorie van ‘zeer laag’ tot ‘zeer hoog’ dit percentage valt. In de fokkerij kan dit percentage u helpen om inzicht te krijgen of uw merrie of hengst een positieve bijdrage kan leveren aan de inteeltuitdagingen binnen een fokrichting.