TREC staat voor Technique de Randonnée Equestre de Compétition en betekent letterlijk ‘competitieve ruiter trektochttechnieken’. Deze van oorsprong Franse sportvorm is eigenlijk bedoeld om de bekwaamheid van de combinatie van paard en ruiter tijdens een trektocht te testen.
Deze bekwaamheidstest is inmiddels uitgegroeid tot een vorm van paardensport die je zowel recreatief als in wedstrijdverband kunt doen. Meedoen kan onder het zadel of met een rijtuig. Mede omdat de nadruk bij TREC op het plezier en de samenwerking tussen mens en paard in de natuur ligt, is het een populaire sport.
Het begin van jouw TREC-carrière
Wie lid is van de KNHS mag door de samenwerking met TREC Club Nederland 3x keer per twee jaar meedoen aan TREC-wedstrijden, waarvan maximaal twee wedstrijden in één jaar. Wil je verder in de sport, dan is het de bedoeling dat je lid wordt van TREC Club Nederland.
Niveaus & onderdelen
TREC bestaat uit drie onderdelen. In wedstrijdverband levert elk onderdeel punten op:
- De ‘Parcours d’Orientation et de Régularité’ (POR) is een orientatierit, compleet met kaart en kompas.
- De ‘Maîtrise des Allures’ (MA) is een gangenbeheersingsproef, waarbij deelnemers volledige controle kunnen tonen over de gangen van hun paard binnen een gemarkeerde baan.
- Tijdens de ‘Parcours en Terrain Varié’ (PTV) worden paard en ruiter getest op gehoorzaamheid (inclusief op de hulpen van de ruiter), bereidwilligheid, souplesse, regelmaat en wederzijds vertrouwen. Het parcours bestaat uit hindernissen die je tijdens trektochten in de natuur tegen zou kunnen komen.
TREC kan op vier niveaus worden gedaan:
- Initiatieklasse (T1)
Deze klasse bestaat uit een POR van maximaal 15 km voor eendaagse wedstrijden of 25 km voor tweedaagse wedstrijden met een gemiddelde snelheid van 6-8 km/h, een MA in een baan van 100 of 150m en een PTV met een spronghoogte van maximaal 60 cm. - Beginners klasse (T2)
De klasse T2 bestaat uit een POR van maximaal 15 km voor eendaagse wedstrijden of 25 km voor tweedaagse wedstrijden met een gemiddelde snelheid van 6-8 km/h, een MA in een baan van 100 of 150 m en een PTV met een spronghoogte van maximaal 60 cm.
- Regionale klasse (T3) junioren
Deze klasse wordt altijd in een tweedaagse wedstrijd verreden en bestaat uit een POR van maximaal 35 km (eventueel met een grid- of azimut-opdracht) met een gemiddelde snelheid van 8-9 km/h, een MA in een baan van 150 m en een PTV met een spronghoogte van maximaal 90 cm.
- De nationale klasse (T4) senioren
Deze klasse wordt altijd in een tweedaagse wedstrijd verreden en bestaat uit een POR van maximaal 45 km (met eventueel een grid- en/of azimut-opdracht) met een gemiddelde snelheid van 8-9 km/h, een MA in een baan van 150 m en een PTV met een spronghoogte van maximaal 110 cm.
